Soorten kleurcontrasten en hun effect

In de voorbeelden laten we drie voor het kleuren relevante soorten contrasten zien: Kleur-tegen-kleur-contrast of ook kleurcontrast genoemd. Deze ontstaat zodra twee verschillende kleuren in hun pure vorm bijeenkomen.

Koud-warm-contrast ontstaat door onze gewaarwording bij het bekijken van bepaalde kleuren. Daarom wordt roodoranje als de warmste kleur ervaren, blauwgroen als de koudste. Met deze kleurwaarneming kun je interessante effecten bereiken door het gebruik van bepaalde kleuren in je tekening.

Om een extreem bont tekenresultaat te bereiken, kun je o.a. werken met complementaire contrasten. Onder complementaire kleuren verstaat men aanvullende kleuren. Ze liggen in de kleurencirkel tegenover elkaar en verschillen het meest van elkaar, dus geel tegenover paars, blauw tegenover oranje, groen tegenover rood.

Bij het kleurcontrast kies je niet kleuren van dezelfde kleurtoon, bijv. oranje en rood, maar juist contrasterende kleuren: blauw en rood, groen en roze. De vlakken komen kleurig en opvallend over. Een extreme contrastvariant naast het kleurcontrast is het complementaire contrast. Hier worden heel gericht ongebruikelijke kleuren, namelijk complementaire kleuren naast elkaar gebruikt om de tekening als geheel nog kleuriger te maken.

Bij bewust gebruik van het koud-warm-contrast kun je een tekening in warme kleuren als geheel zacht schitterend laten uitkomen of juist koel en fris. Hierdoor kunnen lichtomstandigheden, het tijdstip van de dag en zelfs het jaargetijde uitsluitend door het gerichte gebruik van de kleuren worden gesimuleerd. Als je de genoemde contrasten combineert, verzwak je tevens het effect van de afzonderlijke kleuren, bedenk daarom van tevoren goed welke soorten contrasten je gebruikt om ervoor te zorgen dat de figuur ook het gewenste effect bereikt.